We cannot solve our problems with the same thinking we used when we created them

De wachttijden in de GGZ zijn al een tijd lang een groot probleem. In maart 2022 stonden er 44484 wachtenden op de lijst: veel meer dan de geestelijke gezondheidszorg aankan. Tijdens de Dies Natalis van de Universiteit Utrecht sprak hoogleraar en psychiater Jim van Os over de problematiek in de GGZ en hoe deze vorm van zorg verbeterd kan worden. Meer samenwerking tussen uiteenlopende disciplines zou volgens de heer Van Os kunnen zorgen voor kortere wachtlijsten, waardoor kwetsbare mensen sneller geholpen kunnen worden. RBCZ directeur Willemieke van Kooten denkt hier hetzelfde over. ‘Als de reguliere- en complementaire zorg kunnen samenwerken, hebben we de GGZ-wachtlijsten veel sneller weggewerkt. Alleen bij RBCZ zijn er al meer dan 4000 HBO+ opgeleide psychosociale therapeuten die staan te trappelen om hun steentje bij te dragen.’

Open science

 Van Os bespreekt in zijn lezing hoe vraagstukken over de GGZ benaderd kunnen worden vanuit open science. Open science staat voor het toegankelijk maken van wetenschappelijke kennis en voor de samenwerking tussen verschillende disciplines om kennis te delen en uit te breiden.

Volgens Van Os lijkt de GGZ in zichzelf opgesloten te zitten. ‘Een beperkte groep specialisten en beleidsmakers opereert vanuit de eigen kennis en de eigen belangen. Jaar in jaar uit produceren zij zogenaamde GGZ-hoofdlijnakkoorden, maar verbetering blijft uit.’ Volgens de hoogleraar zijn hierdoor cruciale blinde vlekken ontstaan als onderdeel van het probleem. ‘Kun je het wicked probleem van de GGZ oplossen als je er een open science benadering op loslaat?’ Op deze vraag is de afgelopen tien jaar geprobeerd antwoord te geven.

Elke patiënt is uniek

Uit het verhaal van Van Os kwamen interessante punten naar voren. Zo blijkt dat elke patiënt uniek is qua klachten en respons op de behandeling. ‘Als iedereen anders is, waarom dan niet juist kijken naar de uniciteit? Waarom de sterke drang om alles te moeten classificeren?’, aldus Van Os. RBCZ directeur Willemieke van Kooten is het hier volledig mee eens. Zij behartigt de belangen van beroepsorganisaties in de complementaire zorg, waarbij een holistische visie voorop staat. ‘Bij ons is elke cliënt – wij noemen het liever cliënten dan patiënten omdat men zelf aan de slag moet – uniek, en wij merken juist dat de unieke aanpak per cliënt werkt. Therapeuten kijken naar wat de cliënt nodig heeft, en past daar de behandeling op aan. Hierdoor voelt de cliënt zich gehoord. En vaak brengt juist dat de cliënt zoveel verder; een luisterend oor, iemand die de tijd neemt om de cliënt te begrijpen en daar de behandeling op inzet.’

Klik met therapeut en de behandelmethode

 Ook sprak Van Os over het effect van behandelingen in de GGZ, onderzocht middels meta-research. Meta-research kijkt kortgezegd naar de vraag of het onderzoek eigenlijk wel klopt. ‘De reden dat mensen zich beter gaan voelen bij een GGZ-behandeling, zit hem in de klik tussen de patiënt en de hulpverlener enerzijds, en tussen de patiënt en het type behandelritueel anderzijds. Met andere woorden: de werkzame elementen van de evidence-based GGZ zijn niet de specialistische therapieën of medicamenten, maar de kracht van de relatie en het ritueel waarmee ze worden aangeboden.’ Volgens Willemieke is dit ook hoe de complementaire zorg is ingestoken. ‘Een goede cliënt-therapeut relatie: dát is doorslaggevend in het succes van een behandeling. Dat merken wij ook. Cliënten delen hun diepste verdriet, angsten, zorgen of kwetsbaarheden. Het is dan van cruciaal belang om de therapeut te vertrouwen en een connectie te voelen. Onze therapeuten hebben vaak geen wachtlijsten, en hebben hierdoor de tijd om een vertrouwensband met de cliënt op te bouwen.’

Samenwerking

 Ook antropologen hebben naar dit vraagstuk gekeken. ‘Hoe kan het’, vroegen ze, ‘dat psychisch lijden overal op aarde door mensen in verband wordt gebracht met de wereld van het spirituele, terwijl het in de GGZ wordt gereduceerd tot een stoornis in het hoofd? Patiënten wenden zich massaal tot de sjamaan, de wounded healer of de spirituele gids, maar kunnen niet terecht in de GGZ. Kan dat niet anders? Zijn dit niet net zo goed relationele behandelrituelen en dus net zo goed evidence-based volgens de meta-research?’

Willemieke denkt van wel. ‘Zoals Einstein ooit zei, “We cannot solve our problems with the same thinking we used when we created them.” We moeten nieuwe manieren vinden om dit probleem op te lossen. RBZC denkt dat de complementaire zorg de nieuwe, frisse kijk op dit probleem kan zijn. Als complementaire zorg en reguliere zorg gaan samenwerken, komt er schot in het oplossen van de wachtlijsten. Zoals eerder al werd gezegd: een behandeling werkt afhankelijk van de klik met de behandeling en behandelaar. Als we elke cliënt een unieke behandeling kunnen bieden – regulier of complementair, afhankelijk van de cliënt – kunnen we deze kwetsbare mensen helpen.’

‘We lijken het bijna te vergeten, maar het gaat niet om nummers, het gaat om echte mensen. Er gaat al een lange tijd overheen voordat mensen om hulp vragen. Zodra ze die hulp vragen, is het eigenlijk al laat. Met een wachtlijst wordt het soms zelfs te laat. Laten we dus onze krachten bundelen en deze mensen zo snel mogelijk helpen.’

Hoe vind ik een holistisch therapeut?

In ons onafhankelijke register zijn erkende RBCZ-therapeuten geregistreerd zodat jij zeker bent van goede zorg. Blader door het register en vind een therapeut die bij jou past.

“De zorg voor ons allemaal is wat ons verbindt en sterker maakt”